Inleiding

Het platteland van Spanje loopt leeg. En niet zo'n beetje ook. Woonde in 1900 nog 48 procent van de bevolking in kernen met minder dan 2000 inwoners, in 1991 was dit gedaald naar 25 procent. Binnen 50 jaar is de plattelandsbevolking van Spanje met 28 procent afgenomen.
Deze leegloop van het platteland moet geplaatst worden in het kader van een functieverandering van het platteland, een proces dat sinds de Tweede Wereldoorlog in heel Europa gaande is. De landbouw wordt als werkgever steeds minder belangrijk. De werkgelegenheid in de landbouw is in Spanje de laatste 25 jaar gedaald van ongeveer 22 procent in 1976 naar 6 procent in 2003. Vanwege het ontbreken van voldoende werkgelegenheid in de teruglopende landbouwsector vindt in Spanje al vanaf de jaren dertig een migratiebeweging plaats van platteland naar stedelijk gebied, versterkt door de industriële revolutie in de steden. Gedurende de jaren zestig verhevigen deze stromen zich, wat leidt tot een complete rurale exodus.

In de regio Aragón hebben deze processen zich duidelijk gemanifesteerd. In deze regio in noordoost Spanje is sprake van een sterke tegenstelling tussen stad en platteland in termen van bevolkingsdichtheid. De overgang van stad naar platteland is geen geleidelijke, maar een abrupte. De hoofdstad Zaragoza kent een zeer hoge bevolkingsdichtheid, maar in de omliggende gebieden daalt deze tot zeer lage waarden (minder dan 10 inwoners per vierkante kilometer). Deze tegenstelling wordt voornamelijk veroorzaakt door de migratie naar de stedelijke gebieden. Deze migratie is selectief van aard geweest, waardoor de plattelandsbevolking sterk is vergrijsd en het voortbestaan van de dorpen in gevaar komt.

Verschillende actoren betitelen de leegloop van het platteland als een probleem, waar wat aan gedaan moet worden. Immigratieprojecten worden opgezet om de dorpen van het platteland weer levendig te maken. Deze projecten worden met de beste bedoelingen opgezet, toch lijkt het beter de ontvolking van het platteland te accepteren en vooruit te kijken naar een andere invulling van dat platteland. Het platteland wordt, ook in Aragón, steeds meer voor consumptieve doeleinden gebruikt, al blijft ook de landbouw een belangrijke functie vervullen. Ruraal toerisme vormt steeds meer een complementaire functie voor de plattelandseconomie. LEADER-projecten kunnen hier een belangrijke rolin spelen. Eenzelfde graad van werkgelegenheid als vóór de rurale exodus is echter ondenkbaar.

© H.J. Slomp 2005